Daan Hofman
Zanger, tekstschrijver en multi-instrumentalist vertelt over nieuwe album.
Op vrijdag 12 april 2013 verscheen het nieuwe album ‘Frederic & de Katoenvelden’ van zanger, tekstschrijver en multi-instrumentalist Daan Hofman uit Amsterdam. Het album is de opvolger van het in eigen beheer uitgebrachte debuut’Fakkels van suiker’ (2008). Wij hadden een interview met de zanger.
In recensies worden vergelijkingen gemaakt van jou met Lennaert Nijgh en Jaap Fisher. Wat vind je daarvan?
Jaap Fischer vind ik te gek! Al maakte hij echt tekstliedjes, zijn toon is meesterlijk.. heel eigen. Lennart Nijgh schreef prachtige teksten, herkenbaar en melancholiek, maar speelde zelf geen instrument. Hij was een echte ambachtelijke tekstschrijver zoals je die bijna niet meer hebt. Ik vind het een enorme eer om in een adem met deze meneren te worden genoemd, maar ik heb niet het gevoel dat ik in hun voetsporen treedt. Bij hun lag de nadruk erg op de taal, de woorden, ik voel mij toch ook vooral een muzikant en zanger.
Hoe zou je zelf je muziek het liefst beschrijven?
“De Charme van het Franse Chansons versmolten met de rauwe randen van Rootsy popmuziek, verpakt met een strik van Nederlandse woorden”
Wat onderscheidt jou van andere artiesten in een vergelijkbaar genre?
Popjournalisten vinden het vaak nog te veel in de kleinkunst-hoek zitten wat ik maak, en in de kleinkunst verwijzen ze me graag door naar de poppodia. Ergens daar tussen in bouw ik mijn eigen werkjes.
Hoe anders is ‘Frederic en de Katoenvelden’ in vergelijking met je debuut album?
Het is meer een geheel; De plaat heeft een eigen geluid gekregen en is echt een persoonlijke blauwdruk van hoe ik wil dat mijn liedjes klinken.
Mijn debuut CD was veel meer een grote, vrolijke samenwerking. Alle muzikanten met wie ik in die jaren had gewerkt speelde mee, en zo ontstond een bonte verzameling van muzikale ideeen!
In tegenstelling tot ‘Fakkels van Suiker’ heb ik deze plaat helemaal zelf geproduceerd, elke keuze zelf gemaakt en grotendeels zelf ingespeeld. Het klinkt nu veel meer zoals ik het ook in me hoofd had toen ik de liedjes schreef.
Voor ‘Frederic en de Katoenvelden’ reisde je naar Amerika om op zoek te gaan naar de wortels van de popmuziek. Waarom juist Amerika?
Ik wist al dat ik een plaat wilde maken die met een been in de Europese Chanson traditie staat en met een been in de Popmuziek. In Amerika, en dan met name het zuiden staat de wieg van de popmuziek.
Er is zoveel over geschreven en over gezongen, ik wilde het met eigen ogen zien. Ik wilde al die verhalen, dromen, beelden en vooroordelen die ik over Amerika in mijn hoofd had toetsen aan de realiteit.
Wat is je daar het meest bijgebleven?
De bizarre cultuur clash! Ik heb veel gereisd en het is altijd vreemd om te ervaren hoe het op een andere plek op de wereld allemaal anders kan zijn. Maar het vreemde van Amerika is dat je denkt dat je het kent, maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Je bent er op een vreemde manier heel vertrouwd met alle beelden, maar als je er op in zoomt lijken die beelden heel anders in elkaar te steken.
De blues bijvoorbeeld; AIs actuele muziek scene is ze vrijwel uitgestorven in de Mississippi, laat staan de hele beeldvorming er omheen. Veranda’s met oude mannen plukkend aan een gitaar? Nergens te bekennen. Ga je naar een bluesfestival bij het legendarische Blue Front Café, dan sta je tussen de barbequende menigte te kijken naar een hossende Braderie Bluesact van hoogblonde boeren. De muzikanten die de oude blues “levend” houden zijn op een hand te tellen en de traditie van Jukejoints verdwijnt langzaam maar zeker. Ondertussen komen er liefhebbers van over de hele wereld net als ik daar naartoe om iets op te snuiven van de geur van oude muziek. En Amerikanen zijn dan natuurlijk ook niet te beroerd om daar op in te spelen en een hostel te beginnen in een oude katoenplantage waar je als toerist in een verbouwde slaven cottage kan overnachten. Met gratis live muziek in het weekend! Niets is wat het lijkt…
Je plaat nam je op in ‘Electric Monkey’ , studio van Kasper Frenkel, met vooral analoge apparatuur, oude microfoons ed. Waarom koos je daarvoor?
Vanwege het geluid dat ik mijn liedjes wilde meegeven. Kasper heeft door de jaren heen bijna een halve Abbey Roads studio verzameld qua apparatuur. Ik ben geen kenner, maar de klank van oude popmuziek is anders dan die van nu. Muziek uit de jaren 50, 60 en 70 heeft iets bijzonders, en dat gaat verder dan nostalgie. Voor mij heeft het te maken met dat dingen niet perfect hoeven te klinken, liever niet zelf. Ik noem dat rauw, maar daarmee bedoel ik niet ruig ofzo, het betekend voor mij dat je een bepaalde schetsmatige kwaliteit behoudt in je klankbeeld. Alsof je de beweging die vooraf gaat aan het spelen van de muziek ook wil horen.
Wat hoop je met je muziek te bereiken?
Voor mij is het op dit moment vooral het belangrijkste om met mijn muziek mijn publiek te bereiken! Met een heel team zijn we bezig deze plaat onder de aandacht te brengen. De muziekpraktijk lijkt soms wel een uitgestrekt landschap waarin veel genres hun eigen fort bewaken, en dat maakt het voor veel artiesten die zich daar tussen bewegen niet makkelijker. Maar ik zie het niet somber in; het klinkt misschien raar, maar Ik weet dat er veel mensen zijn die deze muziek een warm hard toedragen. Het is namelijk niet dat mijn muziek ontoegankelijk is, maar het is wel lastig in een hoek te plaatsen. Voor mij is dat dus de grootste uitdaging voor de komende tijd; Me een plek verwerfen in dat onherbergzame landschap.
Ooit stond je in het voorprogramma van Ramses Shaffy. Wat is je het meest van deze legende bijgebleven?
Zijn enorme gave om mensen zich met elkaar verbonden te laten voelen. Het was een mooie zomerdag en we speelden in het Vondelpark openluchttheater. De eerste helft van het concert werd hij begeleidt door de band Alderliefste. Ramses Shaffy was toen echt al een versleten man; hij kon niet meer staan, dus zong hij zijn liedjes zittend op een barkruk, maar de teksten kon hij eigenlijk ook al niet meer onthouden. Het leek een beetje ontluisterend te worden, tot hij alleen achter de piano plaats nam en ging improviseren. Hij stamelde zijn zinnen voor zich uit en benoemde zo hoe wij daar met z’n allen zaten in het park terwijl de zon door brak. Iedereen voelde dat we op dat ogenblik allemaal hetzelfde moment aan het beleven waren.. dat was magisch!
Recente reacties