Roger Waters

Roger Waters – Is this the life we really want?

WatersTeaser

Enigszins in de lach schietend pak ik de nieuwe cd van Roger Waters. Zie ik daar nu serieus een sticker op zitten ‘Parental advisory explicit content strong language’? Het doet nogal belachelijk aan anno 2017 als je je bedenkt wat de eerste de beste hip-hop, reggeaton danwel R&B artiest zingt.. Daarbuiten is Roger Waters en strong language een overbodige toevoeging en zelfs dubbeling.

Verbazing
Verbazing is er sowieso wel bij uw recensent. Wie had 25 (!) jaar ná Amused to death (1992) nog een nieuwe cd van Waters verwacht op zijn 73ste? Maar ja, vonden we de Stones in 1982 al knap aan de leeftijd met hun bijna 40 jaar, vandaag de dag zijn het zeventigers die vrolijk door gaan (David Gilmour, David Crosby, Bryan Ferry, Neil Young, Bob Dylan en zo al niet meer). En gelukkig maar.
De albumhoes is briljant gekozen. Er wordt wat zwartgemaakt en verdonkeremaand in deze tijden. Nieuws is altijd geselecteerd nieuws en daarom nog niet altijd nepnieuws, maar vér zit het er te vaak niet vandaan.

Na een wat obscuur intro van de plaat in de vorm van een onverstaanbaar When we were young, roept Déja Vú herinneringen aan op de laatste plaat waar Roger Waters met Pink Floyd te horen was: The Final Cut (1983). The last refugee hangt tussen dezelfde Final Cut sferen in en een moderner geluid en blijft niet erg bij mij hangen. Picture that heeft een aanmerkelijk donkerder geluid met onheilspellende bas die mij wel kan bekoren. Het is één van de sterke nummers van het album met een aangenaam huppelend Animals achtig ritme wat er doorheen komt. Het hele album ademt wel meerdere sferen van verschillende platen van Pink Floyd. Is dat erg? Absoluut niet, omdat producer Nigel Godrich er voor gezorgd heeft dat het geen gedateerd geheel is geworden maar met een ferm been in 2017 staat.
De eeuwige Gilmour/Waters discussie.

In vergelijking met David Gilmour is Roger Waters verstilder maar ook uitgesprokener. Je hebt altijd de Gilmour versus Waters adepten. Ik kan allebei volgen. David Gilmours gitaarspel mis je in de muziek van Waters en daarmee een zekere muzikaliteit, het venijn van Waters mis je op de albums van David Gilmour.
Roger Waters heeft zich dezer dagen nog genoeg om kwaad over te maken. Donald Trump is één aanleiding, en een hele grote. Broken bones roept ook weer de sferen van The Final Cut maar ook The pros and cons of hitchhiking (1984) op. Is this the life we really want heeft ook die donkere ondertoon en is qua instrumentatie zoals wel meer nummers behoorlijk ingehouden. Daar verschilt Is this the life we really want, toch wel in met zijn voorgangers.

Bird in a gale is het donkerste nummer van het album wat we tot dan toe horen. Hier horen we dan eindelijk een gitaar die Gilmouriaanse associaties oproept en ook weer Animals in zijn echoënde stem. Door die sfeertekening is het één van de sterkste nummers van het album. The most beautiful girl is een voor Waters ongebruikelijk ‘lief’ liedje. Het zal te maken hebben met zijn nieuwe liefde die hij een paar jaar gelden ontmoette. Er ademt iets van zielerust doorheen die bij David Gilmour zo aanwezig en aangenaam is.
Tussen Pink Floyd en een nieuw geluid in.. gehakt half om half.

Smell the roses is weer zo’n nummer wat rechtsreeks uit de archieven schijnt te zijn gekomen als leftover van Animals. Geen enkel probleem. Mede daarom hoort het bij de sterkste songs van het album. Ritmisch is het zeer sterk, instrumentaal en zang vloeien hier samen. Vroeger zou dit de single van het album zijn geweest, en het is één van die songs die écht wat toevoegen aan het oeuvre van Waters. Onderkoeld gezongen en daarom zo venijnig. Ook komt er een gitaar in voor die je in nogal wat nummers te zeer mist.
Wait for her ademt eenzelfde rust die gedeeltelijk ook al bij The most beautiful girl te horen is. Een onWateriaanse rust. Oceans apart en Part of me died sluiten hier naadloos op aan. Het zijn verstilde ingetogen songs.
Waters noemt Is this the life we really want zijn beste werk sinds The Wall. Zo ver gaat ondergetekende zeker niet. Daar mis ik – bijvoorbeeld – het smerige gitaarspel van een Eric Clapton voor zoals in The pros and cons of hitchhiking, het conceptuele van Radio K.A.O.S. (1987) alsook het meer donkere melodieuze symfonische geluid op Amused op death (1992). Wellicht groeit de plaat nog verder na meerdere luisterbeurten. Het voorlopige oordeel: een ruime 3 sterren. Dik voldoende, maar niet briljant. Ook vind ik het niet erg pleiten voor Waters dat hij nog steeds zo afgeeft op Gilmour, getuige recente interviews. Daar ben je toch op je 73ste een keer echt te oud voor, komt me zo voor.
The final cut

Hoe het ook zij. De man is pas geleden uitgebreid op tour gegaan door de V.S> en we kunnen alleen maar hopen dat hij volgend jaar (?) Europa nog één keer aan doet. Wat wel de laatste keer zal worden, gezien zijn leeftijd. Maar zeg tegenwoordig nooit nooit. Beelden van de huidige tour zijn al te zien op YouTube. Uiteraard heeft uw recensent daar ook al een mening over, maar die bewaart hij dan maar tot een concert wat alhier gegeven wordt. Meningen moet je doseren, immers.

Recensie Thomas Kamphuis
*** ½