The Pineapple Thief CD
The Pineapple Thief – It leads to this *****
Door Thomas Kamphuis 23 februari
Ik zal gelijk maar met de deur in huis vallen: The Pineapple Thief heeft met It leads to this zijn beste plaat tot nog toe gemaakt. Afgelopen albums kreeg de band al een ongelooflijke injectie met de in 2017 tot de groep toegetreden beste drummer van de wereld, Gavin Harrison. De grote verrassing is, echter, dat op It leads to this, álle bandleden boven zichzelf zijn uitgestegen. Natuurlijk, zanger Bruce Soord, maar ik noem hier echt ook even met nadruk toetsenist Steve Kitch en Jon Sykes op basgitaar.
Hoe zeer wordt dat al duidelijk in het openingsnummer To put it right. Oef ! En wát er even recht wordt gezet, op muzikaal gebied. The Pineapple Thief had makkelijk het album op een overdonderende manier kunne laten beginnen met veel drum- en gitaargeweld. Het briljante is, dat men hier – en dat gaat het hele album door – hier niet voor kiest. Alle leden mogen onderhuids, ik zeg: broeierig, excelleren. De samenzang in To put it right roept soms David Crosby solo achtige gevoelens op. Het is hele volwassen, gelaagde muziek die klein in zijn emoties is en groots in zijn uitvoering.
Rubicon begint vintage Pineapple, maar groeit uit tot iets veel groters dan ooit. De samenzang en ja, natuurlijk, Gavin zijn hier de grote juichende factoren. De overgang na 1 minuut 40 is briljant. We kunnen Porcupine Tree missen, maar ik zeg: die andere PT is de ster aan het firmament geworden. Ik noemde de muziek van TPT wel eens ‘soft progrock’ maar daar deed ik de band beslist mee tekort. De afwisseling, diepte en kippenvel veroorzakende overgangen in álle nummers op It leads to this zijn uniek. Het lijkt wel alsof de band op It leads to this pas écht helemaal open gegaan is. Het kondigde zich al, meer dan eens, onderhuids, aan op Your wilderness (2016), Dissolution (2018) en Versions of the truth (2020). Maar op It leads to this lijkt alles sámen te komen.
It leads to this telt “slechts” 8 nummers, maar zelden heb ik een album gehoord van welke groep dan ook, in wat voor genre dan ook, wat zó klopt. Een gehéél vormt, geen enkele zwakte kent en waarvan je direct denkt: deze gaat mee naar dat onbewoonde eiland. Een langer album had wellicht de vaart en spanning uit het album gehaald. Ik ben zéér tevreden met deze 40 minuten muziek. Juist in de beperking laat zich de meester zien.
Het titelnummer wordt alleen al briljant gemaakt door de keyboards. De rest maakt het nummer áf. De overgang op 3 minuut 35 is alweer één, die “niet van deze wereld” is en laat zien dat TPT tot de eredivisie hoort van de progrock. It leads to this is magistraal opgenomen. Knap, hoe een band grootser dan groots kan klinken en tóch de individuele leden te onderscheiden zijn. “Open” muziek, die gaat zwerven en zweven, zonder ook maar ergens te verdwalen of zweverig te gaan klinken.
The Frost is een nummer wat begint in de stijl van het solo album van Bruce Soord, Luminescence, wat pas afgelopen jaar september werd uitgebracht. Uiteraard tilt Gavin Harrison het nummer ver bóven een gemiddeld Bruce Soord of TPT nummer. Toch nog even over Gavin Harrison: juist zijn ingetogen spel op It leads to this maakt alle facetten in zijn drumwerk hoor- en zichtbaar. Ogenschijnlijk klinkt het straight forward, “rustig”, vergeleken met Porcupine Tree, maar hoor alle details en duivelse breaks en overgangen. Op 04.00 komt er weer zo’n magistrale overgang, ingeleid door, jawel, Steve Kitch.
All that’s left komt op 1.45 met weer zo’n briljante overgang, nu ingeleid door een fantastische solo van bassist Jon Sykes. Het nummer ontspoort daarna even heerlijk, waarna er net zo goed wordt teruggeschakeld naar een rustig tempo. De keyboards hebben op het eind wel wat Steve Winwood achtigs.
Now it yours laat It leads to this groeien naar een wat Floydiaans nieuw hoogtepunt. Als ik mijn ogen dicht doe hoor ik een soort David Gilmour ten tijde van About face (1984). Geen misselijk vergelijk. Wát een retespannend nummer. Er gaat een welhaast sacrale rust van uit, die na 3 minuut 10 overgaat in een kippenvel veroorzakend tweede deel. Dit is weer zo’n moment dat zo’n nummer gaat zwerven en zweven. Het gitaarwerk van Soord is hier hemels. Ja, het heeft iets Gilmouriaans hier en daar. En er zit niets gejats aan, het komt van binnenuit. Het einde van het nummer is ook fraai, en geen seconde te lang.
Every trace of us begint vintage “Pineapple-iesh” en hier hoor je weer even waar TPT zijn mosterd vandaan haalt – Porcupine Tree. Maar daar zal vast Gavin Harrison debet aan zijn. Die zal ook vast nog wel ideeën hebben die hij niet langer kwijt kan in Porcupine Tree. Gek genoeg krijg ik bij TPT altijd het gevoel dat zij de geest in zich hebben (gekregen) hoe Porcupine Tree zou kunnen klinken vandaag de dag zonder Steven Wilson. Zegt dat iets over Steven Wilson? Zo ver wil ik nog niet gaan, maar de muziek van TPT nu heeft iets, zou ik haast zeggen, wat mij op een dieper niveau raakt dan de de solo albums van Steven Wilson ná Hand. Cannot. Erase. (2015). Het lijkt er wel op dat Gavin Harrison iets van de muziek van Porcupine Tree naar een ander niveau heeft gebracht met zijn toetreding tot The Pineapple Thief. Of: misschien beter gezegd: de nuance en emotionaliteit die in de muziek van Porcupine Tree zat en in de muziek van Steven Wilson solo zat in zijn begintijd weer opwekt – en wat pas weer een beetje terug kwam met The Harmony Codex in 2023 – in de huidige tijd en in deze band. Het klinkt warmer, en juist de ingetogen instrumentatie en zang raken mij meer, in plaats dat ze overdonderen. Iemand reageerde – in mijn ogen nogal raak – op The Harmony Codex op Youtube met de opmerking: ‘I am not sure about this. It seems that Steven Wilson with this album is more concentrated on immersion by Dolby atmos/multi channels immersive systems than on music itself.’
Terug naar The Pineapple Thief.
To forget besluit het album, met wat eerst lijkt een heel ingetogen nummer. De spannende break volgt net na 1 minuut 20. In dit nummer komt de desolaat ogende hoes van het album tot leven. Hier ontmoet Bruce Soord solo The Pineapple Thief. Op 2 minuut 45 worden we uit de droom gewekt en wordt toegewerkt naar een grootse finale waarop alle bandleden nog een keer die kroon op hun bestaan – die It leads to this is – boven zich uit tillen.
It leads to this is het beste, en evenwichtigste album wat The Pineapple Thief maakte in 25 jaar.
‘To forget is impossible.’
Album van het jaar? Ik ben even geneigd, maar nu is er – ook deze maand – alweer een solo album van Steve Hackett verschenen die “niet misselijk” is – maar daarover in een volgend blog meer.
En .. kunnen we dit jaar nog het nieuwe album in wording van David Gilmour verwachten (?)
Het progrockjaar kan nu al niet meer stuk.
Recente reacties