Porcupine Tree – Closure/continuation
Porcupine Tree – Closure/continuation
CD recensie *****
Het moederschip vaart weer
We werden grijzer, kaler, 12 jaar ouder, maar het wonder geschiedde: The beast is back.
Dat beest zou kunnen slaan op Porcupine Tree’s drummer, Gavin Harrison, de allerbeste en creatiefste drummer ter wereld, het kan ook slaan op de terugkeer van het progrock vlaggenschip. Beide zijn waar.
De nodige solo albums van Steven Wilson verder werd – dankzij zijn bestendige band met Gavin Harrison – godzijdank de noodzaak gevoeld om tóch weer bij elkaar te komen. Om nummers, welke al jaren in de week lagen, te voltooien en een podium te geven. En wat een monster van een album is er uit voortgekomen. Is er dan helemáál geen kritiek? Jawel, maar dat pas op het eind – en laat het Het Feest niet verstoren. Laten we beginnen.
In het kort: het allerbeste van Porcupine Tree als groep en Steven Wilson solo komen samen op dit album. Harridan trapt af met onheimisch baswerk deze keer van Wilson zelf, en de sferische klanktapijten van Richard Barbieri, zo node gemist de afgelopen decade maar bovenal de terugkeer van Het Beest Gavin Harrison. Hij gooit er nog maar eens wat onnaspeel- en volgbare breaks en drum-escapades tegen aan die je subiet doen mee-drummen. De sfeer is gelijk knoertdonker en recht door zee. Porcupine Tree terug op zijn hoogste vorm. Steven Wilson zingt beter dan ooit. Dit is een band op een nieuwe hoogtepunt, zoveel wordt gelijk duidelijk. Colin Good is er niet meer bij, wat het gevolg daar van is mij nog niet geheel duidelijk. Aanvankelijk dacht ik – gezien het begin van het nummer Harridan – dat Steven Wilson de bassist uit zijn soloband, Nick Beggs, onder de arm had meegenomen, maar dat blijkt dus níet het geval.
Het nummer beschreef ik al eerder hier. Verrassend hoe dat dikke half jaar sindsdien is voorbij gegaan. Wachten gaat toch altijd weer sneller dan je denkt.
Off the new day is een nummer wat rechtstreeks van Hand. Cannot. Erase. afkomstig had kunnen zijn, Wilson’s solo album – en beste soloalbum – uit 2015. Het is een rustpunt na het wat nerveuze en jachtige Harridan. Het ijle keyboardwerk van Barbieri tilt dit nummer naar de topdivisie van muziek die Porcupine Tree ooit gemaakt heeft. Juist de schakering en afwisseling tussen nummers als Harridan en Off the new day maken Porcupine Tree tot zo’n veelzijdige band. En natuurlijk zit er ook weer zo’n donker stuk in.
Rat’s return heeft een hoog Fear of a blank planet (2007) sfeergehalte. Het is Porcupine Tree op zijn rauwst en meest cynisch. Wellicht ligt de grote kracht van Closure/continuation in de herkenbaarheid van de sound en wordt er niet zozeer iets heel nieuws gepresenteerd. Maar het laat tegelijkertijd zien – en hoe – waar Porcupine Tree goed in was en is. En de Gavin Harrison showcase verveelt nooit. Nooit. Steven Wilson zegt dat Rats return gaat over politici die veinzen interesse te hebben in hun publiek, maar wanneer het er op aankomt, alleen geïnteresseerd zijn zichzelf te redden. Inspiratie haalde hij uit de neerslachtigheid welke hij voelde bij het doorstaan van de Brexit, Trum en – nog steeds – Boris Johnson.
Dignity voelt gevoelsmatig een overgang in het album. Hier is Steve Wilson zijn inbreng weer prominent. Het zijn dit soort nummers die tussen het drum en gitaargeweld je het meest raken. Het nummer vertelt ook meer een verhaal en ademt meer door zijn lengte. Hierin komt Porcupine Tree het meest tot zijn recht en in Dignity horen we iets terug van een Porcupine Tree anno 2022. Het album is geschreven als een eindhoofdstuk óf voortzetting van de band. Als het een eindhoofdstuk is, is het een hoofdstuk wat mij meer verrast dan The incident (2009). Daar trad toch een zekere metaalmoeheid op, tussen de, overigens nog steeds smaakvolle nummers.
Herd culling heeft een bijzonder The sound of muzak gehalte, en dat is in zichzelf niet verkeerd. Ook weer zo’n nummer wat rechtstreeks van Fear of a blank planet afkomstig zou kunnen zijn. Spannend. Donker. Een zeer mysterieus einde. Richard Barbieri op zijn best. ‘Herd Culling was inspired by reports of paranormal activity at Skinwalker Ranch and people’s reactions to similar situations, though Wilson addressed and appreciated that listeners interpret it to be about issues of violence and paranoia in modern society’. Dan weet u dat ook weer.
Walk the plank draagt een beetje de sfeer van Wilson zijn laatste solo album The future bites (2021). Tegelijkertijd is het een nummer wat Porcupine Tree 2022 in trekt. Ogenschijnlijk transparant, heeft het een subtiel donkere diepere laag.
Het sluitstuk Chimera’s wreck komt voort uit de dood van Steven Wilson zijn vader in 2011 maar uitgroeide in de jaren daarna tot een meer algemene reflectie op sterfelijkheid. Thematisch kwam dit al uitgebreid aan de orde op zijn solo album uit die tijd, Grace for drowning (2011). Het is met ruim 9 minuten het langste nummer van het album. Het ademt ook wel iets van de oude Porcupine Tree van vòòr 2002.
Is er dan geen minpunt? Op de standaard versie van het album niet. Maar nu komt het: het album is ook in een deluxe versie uitgegeven met Blue-ray. En daar komen opeens 3 nummers voor welke niet op de standaard versie van het album staan. Je betaalt er dan wel opeens € 79,95 voor, en menige Bruin die dit natuurlijk gewoon niet trekt, een album wat ruim 55 euro duurder is en je voor ieder van dat extra nummer bijna hetzelfde betaald als een gewone cd. Enigszins gechargeerd maar het komt aardig in de richting. Terwijl die drie nummers, Population three, Never have en Love in the past sense, qua ruimte, prima op de standaard uitgave hadden kunnen staan.
Dan toch die drie nummers hier ook recenseren? Om te kijken of we iets essentieels missen op de standaard versie? Population Three klinkt als een Nill recurring anno 2022. Nill recurring stond op een bonus cd welke uit kwam na Fear of a blank planet. Population Three is een instrumentaal stuk wat men misschien buiten de Closure/Continuation boot vond vallen. Het voelt wel als een nummer wat op een bonus cd hoort. Zeer zeker niet slecht, maar wel afwijkend van de nummers op het reguliere album. Het nummer is gratis – net zoals alle nummers van het album – te beluisteren op YouTube en dat is toch wel erg fijn voor wie zich een al te dure aanschaf niet kan veroorloven. € 79,95 is gewoon te gek voor een deluxe uitgave waar 3 nummers extra op staan naast een Blu-ray.
Never have kon op een Blackfield album staan, en wijkt in die zin ook af van de nummers op de standaardversie van het album. Love in the past tense had op het standaardalbum moeten staan. De hele atmosfeer ademt een koelwarme septembermiddag van vroeger. Vraag mij niet hoe ik met die vergelijking kom., Hij popte in mij op na een paar seconden.
Het is een dromerig, maar rete-spannend nummer dat je keer op keer wilt draaien. Het is het allerbeste van wat Porcupine Tree te bieden heeft. Het had de majestueuze afsluiter op het album kunnen, nee, moeten zijn. Dit soort nummers, eigenlijk het deel vanaf Dignity laten een Porcupine Tree horen die ‘continuation’ laten horen. Hier ontwikkelt Porcupine Tree zich verder én keert de sfeer van melancholie en dromerigheid terug die ooit op Radioactive Toy voor kwam. Daar mag wel meer van terugkeren van mij. Zeker in deze vorm. Een nieuw soort rust die tegelijkertijd spannend blijft.
Zal Closure/Continuation een definitief afscheid of nieuw begin zijn? De tijd zal het leren. Het beste van Wilson, Barbieri en Harrison komt in Porcupine Tree samen. De som deer delen is onvervangbaar. In die zin ben ik, uiteindelijk, benieuwd hoe het album had geklonken met Colin Good aan boord. We zullen het nooit weten, helaas.
Wat een zegen om in het eerste kwart van de 21e eeuw te leven als dit nog uit de hoge hoed kan komen tussen alle nietszeggende muziek. Het moederschip vaart weer.
Door Thomas Kamphuis
Recente reacties