Simple Minds

Recensie Simple Minds – Direction of the heart (2022).

Vorig jaar ging Simple Minds op de Unplugged tour. Ik had tickets gekocht, maar een vakantie kwam daartussen. Tegelijkertijd had ik niet veel spijt deze tour niet gezien te hebben. Simple Minds leek wel verworden tot een E-Street band met Jim Kerr en Charlie Burchill als enig overgebleven vaste waarden. Andy Gillespie – toch bijna 15 jaar lid van de band als toetsenist, was opeens van de aardbodem verdwenen. Drummer van het tweede uur, Mel Gaynor, was dat opeens eveneens, na 34 jaar. Wat de oorzaak was, en wie er wanneer op reactie van wat of wie de brui aan gaf, het werd niet toegelicht, maar dat het geen vrijwillige scheiding was, staat wel vast.

Afgelopen najaar werd In between worlds aangekondigd, voor release 2 februari 2018. Een snippet van de track Magic, snelde ons vooruit. Ik werd er niet blij van. Het klonk als een slecht B-kantje van een single van Big Music. En om daar nu het nieuwe album mee aan te kondigen. En Simple Minds gereduceerd tot Jim en Charlie: beloofde niet veel goeds. Als we nu het nummer in zijn geheel horen, blijft de conclusie dat het niet de sterkste is van In between… een te vlakke song met zang die in de mist blijft hangen en vooral: niet heraldeert of ‘uplift’, wat de beste Simple Minds nummers wél doen.

Summer heeft wel dat stuwende, opliftende. Jim’s zang heeft wel wat van de sfeer op het album. Neápolis, (1998) niet toevallig ook een album wat Jim en Charlie gezamenlijk maakten. Gewoon een lekker nummer voor op de zomerse snelweg, raam open. Gewoon, voor díe gelegenheid. Een beetje zoals U2’s Vertigo, een lekker nummer, maar zeker geen wereldnummer. Utopia raakt wél dan eindelijk de snaar bij ondergetekende. Jim zingt op een alternatieve wijze, veel kleiner gehouden, de keyboards zijn mysterieus, Charlie’s gitaar welluidend en gelaagd. De sfeer blijft loom nazomers, en we willen wel eens wakker geschud worden nu. The signal and the noise doet dit. Een leftover van Graffity soul (2009)? Dan wel een goeie. Deze mag blijven. Wordt vast een live kraker. Hier wordt een mens blij van. Charlie laat zijn gitaar lekker waaieren op het eind terwijl de keyboards lekker rauw en fel klinken. That’s the way.

In dreams heeft wel wat Bowieësk wat hier en daar op In between terugkeert. Het is verfrissend, maar toch ook wat vlak en zonder echte kop en staart. Barrowland star is de reden waarom ik dit album toch een nipte voldoende ga geven. Het is het prijsnummer van dit album. Zéér geïnspireerd door de allerlaatste albums van Bowie (zang) haalt dit het beste in Jim en Charlie naar boven. Superfans haalden al aan dat dit een bewerking was van een B-kantje She’s a river, Celtic strings. Het zij zo, beter zelf verbeterd dan slecht nagedaan. En dit is een upgrade, absoluut. Zo horen we Charlie Burchill ook graag. Bezwerend. Jim zich helemaal gevend. Dit klinkt ‘uit het hart’ en dat hoor je gelijk terug. Een nummer met een diepe ziel. Over de helft van het nummer ontspoort het gitaartechnisch heerlijk. Méér Charlie, méér! Zo horen we je veel te zelden. Jim ‘of the grid’ en keyboards op het laatst alsof de geest van Michael MacNeil in de studio huisde. Viermaal bravo heren. Het kán dus nog wel. Bombast zonder bombast. Violen op het eind, en een nieuwe SM anthem is geboren, absoluut.

Het titelnummer In between worlds begint met dezelfde violen. Het is een verfrissend nummer wat wel op Lostboy 2 had kunnen staan, ware het niet dat dit album – om commerciële redenen – nooit is uitgebracht om de naam Simple Minds niet te lang op ‘on hold’ te zetten? Als Jim Kerr solo kan dit nummer, maar op dit album is het net iets te mager. Zeker na zo’n knaller als Barrowland star. Sense of discovery besluit tenslotte het reguliere album. Dit nummer was zeker bedoeld voor het tweede soloalbum van Jim Kerr, Lostboy 2 en verschijnt hier alsnog. Het is het betere ‘Lost boy’ tijdperk nummer. Niet echt uplifting, en dat hebben op Lost boy ook wel eens beter gehoord. En zo haalt het op het einde toch wat de vaart uit het album, wat als geheel toch echt te wisselvallig is.
Drie nummers tenslotte staan op de cd met bonus nummers. Ik bespreek ze hier voor de volledigheid ook even.

Silent kiss. Tja. Waarom begint het album híer niet mee? Dit komt weer binnen. Beslist één van de handvol sterke(re) nummers op het album. Lekker dynamisch nummer, passievol gezongen. Hard opzetten. Lekker venijnig keyboardwerk. Zo hoort het. Zou het prijsnummer kunnen zijn geweest op Lostboy 2. Zomaar. Fijn. Angel underneath my skin heeft tegelijkertijd iets luchtigs als iets donkers. Het blijft echter – net zoals meer nummers – ergens tussen in hangen. Het derde bonus nummer is een live opname van Dirty old town. Jim Kerr goes Bruce Springsteen. Ah, vandaar die nieuw band!

Conclusie: nogal wat onbestemde nummers, een paar echte uitschieters, een paar leftovers van eerdere werken. Of het vertrek van Mel Gaynor en Andy Gillespie goed was? Het lef en de moed om iets anders te proberen is er, en werkt, soms. Misschien is dit het beste wat we van Simple Minds solo, zoals ik deze samenstelling, nog niet eens gekscherend, noem, kunnen verwachten. De oude samenstelling komt nimmer meer samen.

Ik ga Derek Forbes maar eens bekijken, in Leek op 23 februari. Ziel en ritme van de oude Simple Minds horen we daar als vanzelf in terug. Luister maar eens naar Echoes, en beoordeel zelf wat ik hier probeer te zeggen.

Door Thomas Kamphuis